Zoetwaterparels

Zoetwaterparels ontstaan in een mossel, die in meren wordt gekweekt. Dat geschiedt door een stukje epitheelweefsel van een andere mossel in te brengen in de mossel, die de parel gaat kweken. Deze mossel gaat dat stukje inkapselen en als dat klaar is krijg je een soort zakje: het parelzakje.

In dit parelzakje worden laagjes conchioline en laagjes aragoniet van calciumcarbonaat gevormd (om en om) net zolang tot zich een parel gevormd heeft. Het stukje ingebrachte epithelweefsel is intussen verteerd en men spreekt dan ook van een kernloze zoetwaterparels.

De kleur van de zoetwaterparels is natuurlijk rose of wit, door en door. De donkere kleuren (bruin, blauwzwart, goudkleurig, bronsgroen) worden d.m.v. straling (laser en of gammastraling) verkregen en deze kleuren kunnen eraf slijten.

Men kan gemakkelijk testen of men met een echte cultivé zout of zoetwater parel te maken heeft. Dat kan met de tandentest. Als men een parel tegen de onderkant van een snijtand wrijft, dan voelt dat stroef aan (een JIF effect), is het imitatie dan voelt hij glad aan.

De maten kunnen afwijken.

De kleur kan afwijken van de afbeelding.